Jongleren en gezondheid

Over de werking van jongleren

Tag archief: ontspanning

Het effect van jongleertherapie op angststoornissen

In Japan is door de afdeling Psychosomatische Geneeskunde van de Universiteit Kagoshima in 2006 onderzoek gedaan naar het effect van jongleertherapie op vrouwelijke patiënten met angststoornissen. De uitkomsten tonen aan dat jongleren effectief kan zijn bij de behandeling van angststoornissen.

Verschillende therapieën, waaronder psychotherapie en cognitieve gedragstherapie zijn beschikbaar voor de behandeling van angststoornissen. Hoewel er in het verleden weinig onderzoek is gedaan naar alternatieve therapieën, rapporteren een aantal recente studies over hun werkzaamheid bij patiënten met posttraumatische stressstoornissen (PTSS), algemene angststoornissen door middel van kruidentherapie, angst- en stemmingsstoornissen door middel van verschillende complementaire therapieën, angststoornissen door middel van yoga therapie, en angststoornissen door meditatie en ontspanning. Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) is een integrale psychotherapeutische aanpak die telkens als effectief wordt beoordeeld voor de behandeling van verschillende angststoornissen, zoals PTSS, paniekstoornissen en fobieën. Hoewel tegenstrijdige uitkomsten zijn gerapporteerd voor de werkzaamheid van EMDR, wordt de werkzaamheid van deze therapie als laag tot matig beoordeeld. Aanvankelijk kwam uit onderzoek naar deze therapie naar voren dat het snel bewegen van de ogen van de ene kant naar de kant storende gedachten en de daarmee samenhangende angst vermindert. Momenteel worden ‘rapid eye movement’ methoden soms vervangen door ‘soepele achtervolgende’ oogbewegingen en bilaterale stimulatie. ‘Soepele achtervolgende’ oogbewegingen, bilaterale tikken en bilaterale tonen zijn even effectief gebleken als snelle oogbewegingen.

Jongleren (otedama) heeft een 3000-jarige geschiedenis in Japan. Het kwam voor het eerst voor in de Nara en Heian periode (8e – 9e eeuw). Tot op heden blijft dit ‘spel’ groeien in populariteit. Een eerder rapport heeft aangetoond dat het jongleren met drie ballen de groei van de grijze stof in het midden van de temporale kwab vergemakkelijkt. Een ander rapport suggereert dat de midtemporale kwab betrekking kan hebben op expliciete conditionering taken. Fysieke beweging in de vorm van meditatie en yoga therapie kan angst verminderen door middel van ontspanning. Met betrekking tot angststoornissen stelt een rapport dat de temporaalkwab betrokken is bij het ontstaan van een paniekaanval. Deze bevinding suggereert dat visuele informatie over beweging en fysieke beweging het psychoneurologische netwerk kunnen verbeteren.

Het onderhavige onderzoek is de eerste poging om het therapeutische effect van jongleren op angststoornissen aan te tonen. De hypothese is dat jongleertherapie bijdraagt aan verlaging van angst van de patiënt door veranderingen in de verwerking van het emotioneel geheugen.

De proefpersonen in deze studie waren 17 vrouwelijke poliklinische patiënten met angststoornissen, die aan de diagnostische criteria van de DSM-IV voldeden (6 voor paniekstoornissen, 4 voor PTSS, 4 voor obsessieve-compulsieve stoornissen en 3 voor algemene angststoornissen (GAD). Geen enkele proefpersoon had een drugs- of alcoholverslaving, of een andere comorbiditeit. Alle proefpersonen werden behandeld met standaard psychotherapie, medicatie en begeleiding. Tijdens de 6-maanden durende studie periode werden anxiolytica en antidepressiva voorgeschreven, maar de doses werden tijdens de studie niet gewijzigd. In de laatste 3 maanden van de behandeling, werden de proefpersonen random verdeeld in twee groepen. De ene groep kreeg jongleertherapie en de andere niet. De proefpersonen in de jongleergroep werd het klassieke cascade patroon met balletjes aangeleerd. Ze oefenden ongeveer 5 minuten, tweemaal per dag. Het verschil in het therapeutisch effect werd geschat met behulp van scores op de State-Trait Anxiety Inventory (STAI), Profile Of Mood Status (POMS) en Franchay Activity Index (FAI), die afgenomen werden vóór de behandeling, na 3 maanden van de behandeling (vóór de jongleertherapie), en aan het eind van beide behandelingen (na 6 maanden). Betrekking tot de statistische analyse werden de psychologische test scores vergeleken met behulp van een ANOVA voor herhaalde metingen en de Scheffe’s post hoc toets. Alle resultaten werden beschouwd als significant (bij p <0,05). Er werden geen verschillen tussen de 2 groepen waargenomen met betrekking tot demografische kenmerken.

De angstscores in de jongleergroep waren sterker afgenomen dan in de niet-jongleergroep. Deze bevinding suggereert dat jongleertherapie angst kan verminderen door verwerking van visuele bewegingsinformatie (EMDR). Er is gerapporteerd dat oogbewegingen angst-herinneringen verminderen of de levendigheid van deze herinneringen. Dit effect kan bij de jongleergroep tot een snellere ‘oplossing’ van angst en emotionele nood hebben geleid dan bij de niet-jongleergroep. De activiteit van de voorste cingularis cortex (ACC) en laterale prefrontale cortex (PFC) is gewijzigd bij personen met een hoger angst niveau en de dorsale regio van ACC is gerelateerd aan interoceptief bewustzijn. Dus een verbetering op angstscores door middel van jongleren kan het gevolg zijn van dergelijke veranderingen in de verwerking van emotioneel geheugen en lokale hersenactiviteit.

Aan de andere kant kunnen jongleren of vergelijkbare lichaamswerk therapieën de toestand van de patiënten hebben vergemakkelijkt door middel van ontspanning. Van lichaamswerk therapieën, zoals yoga, meditatie en ontspanning, is gerapporteerd dat ze effectief te zijn bij emotionele controle. Een verstoorde beheersing van de aandacht bij de dreiging van angst is eerder gevonden, dus de lichaamsgewaarwording bij jongleertherapie kan hebben bijgedragen om de aandacht beter te beheersen en het homeostatische proces te ondersteunen, zoals EMDR. Sinds stemming scores, zoals verwarring en vermoeidheid, niet verbeterden, kan jongleertherapie een specifieke en beperkte invloed hebben op de activiteit van de hersenen, evenals andere alternatieve therapieën.

Het onderzoek kent een aantal beperkingen. Ten eerste is, omdat het aantal deelnemers klein was, een brede definitie van angststoornis gebruikt. Maar er is gerapporteerd dat een angststoornis samengaat met andere pathologieën. Ten tweede, het therapeutische effect is alleen geschat met behulp van psychologische testen, zonder beoordeling van de hersenfunctie. Hypo- in plaats van hyperactivatie van de PFC is gemeld bij PTSS patiënten tijdens de welbespraaktheid test. Daarom is verder onderzoek met behulp van MRI, PET en/of SPECT nodig om te onderzoeken welke locaties in de hersenen verantwoordelijk zijn voor het therapeutische effect van jongleren.

Het onderzoek heeft het angstverlagende effect van jongleertherapie bij patiënten met angststoornissen aangetoond. Jongleertherapie kan gemakkelijk worden uitgevoerd in combinatie met andere vormen van therapie voor patiënten met een verhoogde angstniveaus.

bron: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1876467

Enkele aantekeningen bij jongleren

Jongleren leert ons geduld en laat ons zien dat we, als we maar volhouden, dingen kunnen doen waarvan we misschien eerst dachten dat die onmogelijk waren. Het doet ons ook geloven dat ogenschijnlijk onmogelijke dingen soms het resultaat van ons nogal gekanaliseerd denken. Het is een heerlijk levenselixer en een vreemde mix van geestelijke en lichamelijke inspanning. Het is een zeer positieve leerervaring. Hieronder doet Jonathan Hare van het Creative Science Centre in Brighton verslag van zijn ervaringen. Lees meer over dit bericht

Jongleren en stress

Er zijn verschillende manieren om stress te definiëren, zoals de medische definitie: “een stressvolle situatie is er een die je niet met succes het hoofd kan bieden, of waarvan je gelooft dat je die niet met succes aan kan, en dat leidt tot ongewenste fysieke, mentale of emotionele reacties.”
De vage definitie: “stress is een reactie van mensen op eisen die aan hen gesteld worden.”
De metaforische definitie: “stress is als zand in een motor. De machine kan gaan werken, maar tegen veel hogere kosten en ongenoegen.”
De kritische definitie: “stress is het onvermogen van iemand om te gaan met dingen waar niemand een tweede gedachte aan zou besteden.”
De humoristische definitie: ” Naar het toilet gaan bij iemand anders thuis en merken dat het niet goed doorspoelt.”

Wat je definitie van stress ook is …. alleen die telt. Het is immers jouw eigen definitie waar je mee moet omgaan. Let niet op wat boeken of experts erover zeggen!

Heel vaak is, als we aan stress lijden, onze eerste gedachte om even afstand te nemen van de situatie, persoon of de betrokken activiteit. Tenzij we weggaan en echt iets ongezond doen (zoals een sigaret roken, valium slikken of flinke borrel nemen), streven we een effectieve korte termijn oplossing voor stress na. Het is voor de korte termijn, omdat we ingaan op de gevolgen van stress en niet op de oorzaak ervan. En het is misschien niet volledig effectief, omdat het oorspronkelijke probleem (of tenminste onze perceptie van het probleem) nog steeds in onze hart en geest rondcirkelt…. en we het niet van ons af kunnen zetten.

Hier komt de waarde van het ‘verschuiven van de aandacht’ naar voren. Als we onze aandacht kunnen afleiden van datgene waardoor we onder druk staan en/of aan stress leiden, dan biedt dat ons een waardevolle time-out. Tijdens deze time-out kunnen we onze interne batterij weer opladen en vervolgens terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, klaar om daar mee om te gaan of vanuit een ander perspectief te benaderen. Het ‘juiste’ perspectief, is voor velen de sleutel tot het omgaan met stress.

Een traditionele methode om de aandacht te verschuiven is het schaapjes tellen. Helaas is deze methode geassocieerd met bewoners van psychiatrische inrichtingen en vereeuwigd in meer dan een rock song. Jongleren als een methode om de aandacht te verschuiven is echter veel effectiever (en nog veel effectiever als je een bedreven jongleur bent).

Het is niet zozeer dat je je moet concentreren op het jongleren met uitsluiting van al het andere. Anders zouden overgooi patronen onmogelijk zijn. Het gaat er meer om welke delen van je geest actief zijn als je jongleert.

Als je leert jongleren, is het de linkerkant van je hersenen die al het werk doet. Want het is dit deel dat zich bezighoudt met procedures, logica, getallen, wiskunde en ga zo maar door. Je bent heel erg bezig met waar de bal is, waar die vandaan komt en waar die naartoe gaat. Soms is je linker hersenhelft in paniek (herinner je die sensatie?) wanneer een bal op weg is naar een hand die al een bal heeft. Instinct kan het dan gemakkelijk overnemen en de hand gooit de bal zomaar ergens heen om ruimte te maken voor de volgende bal.

In deze fase van je ontwikkeling als jongleur kan van alles je afleiden…. en laat je veel vallen. ‘Mills Mess’ werpt een lange schaduw vanuit de toekomst vooruit en ‘Rubinstein’s Revenge’ lijkt een andere dimensie.

En op een dag gebeurt er iets. Het is moeilijk te beschrijven. Je beseft plotseling dat de “cascade” lukt en dat jongleren niet meer zo moeilijk is als je dacht.. En dan …. is er een soort van een mentale klik… en kun je door de cascade heen kijken, bijna zonder dat er nog wat op de grond valt. Die mentale klik treedt op wanneer het neurale proces van jongleren overschakelt van de linker- naar de rechterhelft van je hersenen. Je bent nu een rechter hersenhelft jongleur!

De rechter hersenhelft is het creatieve, fantasierijke deel. Het is betrokken bij foto’s, patronen, samenvattingen en begrippen. Het is de rechter hersenhelft die je in staat stelt om met drie (of vier, of vijf) ballen innovatief te zijn zonder dat je je veel zorgen hoeft te maken over wat de procedure is en waar een bal naar toe gaat. Het is de rechter hersenhelft die je in staat stelt om een serie van ingewikkelde trucjes te doen en een ontspannen gezichtsuitdrukking te houden in plaats van een gedwongen blik van concentratie en/of paniek. Nieuwe (linker hersenhelft) jongleurs haal je er altijd zo uit … ze zien er zo ernstig en bezorgd uit.

Als je nieuwe truc leert, begint het hele proces opnieuw. Het begint als een linker hersenhelft oefening bij het uitzoeken van wat er gebeurt, waar en wanneer. Wanneer je het kunt (en het goed kan) treedt de mentale klik op en is de nieuwe beweging voor eeuwig opgeslagen in je rechter hersenhelft (in theorie althans). Soms wordt een nieuwe truc zo zeer een rechter hersenhelft ervaring dat je vergeet dat je die kan. Soms komt een andere jongleur naar je toe en laat een nieuwe truc zien. “Geweldig! Laat eens zien hoe dat moet.” Na veel inspanning en uitleg wordt de nieuwe truc mentaal vastgelegd in de linker hersenhelft, alle bewegingen, worpen, vangsten en tijdsinstellingen. Hé! Het gaat heel goed! Dan dringt het vreselijke besef door: “Ik heb dit al eens eerder gedaan! Ik heb het vandaag eigenlijk al meerdere keren gedaan vóór die jongen kwam met de nieuwe truc …. Wat is er gebeurd is dat mijn linker hersenhelft niet heeft herkend wat vertrouwd is in mijn rechter hersenhelft? En mijn rechter hersenhelft heeft het niet herkend, omdat het de nieuwe beweging op een totaal andere manier ziet dan mijn linker hersenhelft. Verbaasd? Precies! Kan je je, zonder te gluren, herinneren waarmee dit artikel begon? Nee … ik ook niet.

En er is meer …. Een ander deel van je linker hersenhelft controleert de motorische functies van de rechterkant van je lichaam. En een ander deel van je rechter hersenhelft controleert de functies van de linkerkant van je lichaam.

Wanneer je jongleert dan kruisen de ballen (of kegels of rubberen kippen of wat dan ook) voortdurend je hartlijn. Je hersenen vuren telkens: links, rechts, links, rechts, links, rechts, etc. En dit alles terwijl de bewegingen zelf ofwel procedureel (linker hersenhelft) of automatisch (rechter hersenhelft) zijn.

Als al dit mentale klikken, vuren en overschakelen gaande is, is het bijna onmogelijk om je zorgen te maken over wat de stress veroorzaakte. Je kunt jezelf misschien opnieuw onder druk zetten of stress ervaren door te jongleren…. maar een verandering, onthoudt dat, is net zo goed als rust! Vandaar dat het verschuiven van aandacht als een techniek wordt ingezet om stress te beheersen.

Tot slot, vergeet nooit dat de meeste volwassenen (afgezien van jongleurs) vergeten zijn om te spelen. Getuige de onhandige pogingen van sommige volwassenen om zich bezig te houden met spelletjes voor kinderen. Spelen is een zeer effectieve manier om de energie van onze stressreacties af te leiden die anders tot spierspanning zou kunnen leiden. Jongleren is een rijke inspiratiebron om te spelen en om die reden alleen al is het ongelofelijk waardevol.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in “Kaskade”, nummer 39.
Bron: http://www.circusunlimited.com/juggling&stress.htm